‘…Naar Frankfurt was een uurtje vliegen en ik zat als gewoonlijk bij het raam, nu niet trouwens. Ik kan nu met m’n benen languit in het gangpad liggen als mijn benen daar lang genoeg voor zouden zijn. Naast me ligt een Indiaas meisje van een jaar of 5 dubbelgevouwen, dwars in haar stoel te slapen. Ben ik ook ooit zo lenig geweest? Ik zit bij dezelfde familie als waar ik ook op het vliegveld bij op de bank zat, toevallig. Mijn stoelnummer zat tussen moeder en dochtertje in. Heb maar even geruild van plaats; ik ben de beroerdste ook niet. Ik keponger! Ik ruik het eten al, maar ze komen maar niet. Ze hebben hier net zo weinig haast met het eten als mamma…’ In Delhi zijn we naar Het Rode Fort en de Jama Masjid Moskee geweest. De volgende dag met de trein naar Amritsar. Hier hebben we De Gouden Tempel bezocht en ‘s avonds naar de grens met Pakistan! In Daramsala naar de tempel van de Dalai Lama, een nonnenklooster en het Tibetaans Kinderdorp. Vanuit Manali maakten we een trektocht van 9 dagen. Eerst door pijnboombossen en dorpjes, later door bloemenvelden met grote rotsblokken. Hoe hoger we kwamen hoe grilliger de omgeving. Bergtoppen met eeuwige sneeuw en prachtige gletsjers. De eerst pas was 4900 meter, de tweede 5100 meter. Vanuit Leh 2 dagen naar kloosters en tempels geweest. In Leh zelf veel rondgewandeld. Via Manali weer terug naar Delhi. In New Delhi geluierd in de Lodi Gardens en de volgende dag weer naar huis.